Articles on photography, for now only in Dutch.Fotografen vinden voeling met hun eigen leven tijdens corona-isolatieTekst: Ellen KokFotografen die gewend waren de wereld te bereizen, raakten ineens thuis gestrand door het coronavirus. Om onlustgevoelens te bestrijden, creatief te blijven en de gedwongen isolatie vast te leggen, richtten vele hun camera op hun directe omgeving. Dat fotograferen op de vierkante meter leverde een bijzondere, onverwachte kijk in hun eigen leven op.
Dakleven in DelhiDe Indiase fotograaf Sohrab Hura, lid van het fotoagentschap Magnum, woont, als hij niet op reis is, in z’n eentje in een Barsati, een dakkamer op het terras van een van de oude appartementengebouwen in het zuiden van de stad Delhi in India. “Delhi stond vanouds bekend om zijn
dakleven”, schrijft hij, en in foto’s laat hij zien hoe mensen tijdens de verplichte quarantaine in de miljoenenstad zo toch buiten kunnen komen.
“Nu ik alleen ben en vastzit in mijn appartement, ga ik elke avond als het is afgekoeld naar buiten, en klim ik op het dak van mijn kamer om zover als ik kan in elke richting te kijken. (…) Dit dagelijkse ritueel laat mij vergeten dat ik alleen ben. Op de naburige daken zie ik anderen hetzelfde doen.”
Twee mannen spelen met een grote Duitse herder op een dak tussen waterreservoirs. Buren uit verschillende gebouwen praten met elkaar terwijl ze op de betonnen muur rond hun dakterras leunen. Een roofvogel vliegt in de nachtlucht voorbij de volle maan.
“Ik realiseer mij”, schrijft Hura, “dat ik mij nooit méér een gluurder heb gevoeld dan op dit moment. De honger naar aanraking zorgt ervoor dat mijn ogen het beton afgrazen, en de bomen, en zelfs de horizon.”
Quarantaine in QueensDe Amerikaanse fotograaf en schrijver Neil Kramer deelt zijn appartement in de wijk Queens in New York met zijn 86-jarige moeder Elaine en zijn ex-vrouw Sophia. Dat was bedoeld als een kortstondige situatie, maar toen brak de coronapandemie uit. “Een tijdlang was mijn buurt in Queens het epicentrum, en het voelde echt als het einde van de wereld.”, herinnert Kramer zich in het online fototijdschrift
Feature Shoot. “Gedurende een paar weken, althans in mijn beleving, kon ik mij voorstellen hoe het moet voelen om in een door oorlog verscheurd land te zijn, bang om het huis te verlaten, en je familie koste wat het kost te moeten beschermen.”
Kramer, een straatfotograaf, was ineens aan huis gebonden. Dus fotografeerde hij zijn familie in hun gekozen zelfisolatie. A gauw ontpopte dit zich tot een samenwerkingsproject en, zoals hij zegt: “een vorm van therapie. We maakten er een show van voor onszelf.” De hilarische foto’s zijn in scene gezet, maar “ze zijn gebaseerd op ware gebeurtenissen”. En voor het eerst in zijn carrière bracht Kramer ook zichzelf in beeld. “Dat had ik nog nooit gedaan, ik haat zelfportretten. Maar ik voelde dat het belangrijk was ons alle drie als de familie te zien. (…) Ik leerde dat fictionele herschepping soms een diepere waarheid kan overbrengen dan documentaire vastlegging. Belangrijker: het gaf ons allen iets om over na te denken, in plaats van alleen maar de was te doen en avondeten te koken.”
De fotoserie Quarantine in Queens werd een grote hit in de pers, laat Kramer trots zien zien op zijn eigen
website. De foto’s, met uitgebreide, dagboekachtige bijschriften, geven een verfrissende, tragikomische blik op isolatie, liefde en verdraagzaamheid in een bijzondere coronabubbel.
Boerenhuis in Zwitserse bergenDe Italiaanse Magnum-fotograaf Paolo Pellegrin, werkt vooral in conflictgebieden. Toen de coronapandemie uitbrak, was hij in Australië om de bosbranden daar te fotograferen. Zijn gezin was thuis in Zwitserland. Er speelden allerlei scenarios door zijn hoofd, vertelt hij in een fotoartikel in de
New York Times. “Grenzen gaan dicht. Wat als ik ziek wordt? Wat als ik ergens vast kom te zitten? Wat als mijn vrouw, Kathryn, ziek wordt en ik kan haar niet bereiken?” Maar hij kwam op tijd terug.
Het gezin Pellegrin woont normaal gesproken in Genève in een tamelijk klein appartement. De scholen waren al dicht en hij en zijn vrouw realiseerden zich dat het zwaar zou zijn voor hun dochters Luna (10) en Emma (6) om daar in isolatie te moeten leven. Dus huurden ze een boerenhuis in de bergen, in de natuur. Pellegrin: “Ik dacht dat we het onbekende tegemoet gingen, zonder zicht op wat er zou gebeuren of wanneer dit zou eindigen. Ik voelde dat ik deze ervaring wilde vastleggen, al was het maar voor onszelf, en dus besloot ik bewust mijn ‘echte’ camera’s mee te nemen.”
Voor het eerst in zijn carrière zal hij niet deze wereldcrisis fotograferen, maar zijn gezin. Dat had hij nog nooit serieus gedaan. Ja, hij had zijn meisjes met een iPhone gefotografeerd, “zoals elke andere ouder.” De foto’s die hij maakt, zijn echte Pellegrins: in stemmig zwartwit, maar in plaats van beelden vol dreiging, gevaar, verdriet, zien we nu lachende, spelende kinderen en serene landschappen.
Op het moment van publicatie van die foto’s in de New York Times woonde het gezin twee maanden in de berghut. “Het langst dat ik ooit achter elkaar bij mijn gezin ben geweest, want ik ben altijd op reis, ga altijd weg, dus het is heel bijzonder deze tijd samen te hebben.”
Belgisch plattelandsparadijsjeDat sentiment wordt gedeeld door de Belgische fotograaf Nick Hannes, die normaal gesproken ook veel internationaal op pad is. Hannes maakte boeken over het leven in landen van de voormalige Sovjet-Unie, landen rond de Middellandse Zee en Dubai. Projecten waarin hij als buitenstaander onderwerpen als nationale identiteit, migratie en consumentisme in beeld brengt.
Maar dit keer verrast hij met
An Unexpected Lesson in Joy, een mooi gedrukt coronadagboek over zijn eigen gezinsleven met vrouw Anja en tweelingdochters Billie en Suzanne, tijdens hun gedwongen thuisisolatie in het dorp Ranst. Dat blijkt een plattelandsparadijsje te zijn, waar zijn kinderen spelen in het weiland, bomen beklimmen, en kip Alexandra, die ze als huisdier koesteren, op een vlot in een waterplas laten drijven.
De foto’s zijn gemaakt tussen 11 maart en 9 mei 2020. Hannes publiceerde ze eerst op
Instagram, elke dag een. In die collectie kwam hij zelf ook af en toe in beeld: terwijl hij yoga doet in zijn kantoor of zijn rode haar laat knippen door een van zijn dochters. In het boek is hij alleen nog aanwezig in de intieme, liefdevolle blik die hij fotografisch op zijn gezin werpt.
“De opgelegde onthaasting voelt niet onaangenaam”, schrijft Hannes in de toelichtende fotobijschriften. “We leven op een eiland zonder klok. Staan op als we wakker worden en eten als we honger hebben. In deze verkleinde wereld is er tijd, is er stilte. Onze reisplannen zijn opgeborgen. Net als de rest van de wereld blijven we thuis.”
*****